Samenkomen is een begin; bij elkaar blijven is vooruitgang; samen te werken is succes. (Henry Ford 1863 - 1947)

Zet modernisering personenvennootschappen het fiscaal ondernemerschap op scherp?

 

In de Wet op de inkomstenbelasting (Wet IB) is de toerekening van een onderneming of bedrijf aan een belastingplichtige geregeld in artikel 3.4. Daarin staat dat onder een ondernemer wordt verstaan de belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming. In dit artikel gaat het met name om twee elementen ‘voor rekening van wie’ en ‘rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen’. Als aan één van deze twee elementen niet wordt voldaan, wordt de onderneming niet aan de belastingplichtige toegerekend. Ook in geval van een maatschap of vennootschap onder firma (vof) vindt op basis van deze twee elementen de toerekening  van de daarmee gedreven onderneming plaats. Indien aan een belastingplichtige een deel van het vermogen van de maatschap of vof toebehoord en die belastingplichtige is persoonlijk rechtstreeks aansprakelijk voor de schulden daarvan, is hij of zij ondernemer voor de Wet IB.

Onder het huidige recht geldt dat bij een vof iedere vennoot aansprakelijk is voor alle schulden van de vof, ongeacht wie van de vennoten de schulden veroorzaakt heeft. Bij de maatschap geldt een ander beginsel. Daarbij zijn de maten ieder voor een gelijk deel van de schulden aansprakelijk van de maatschap. Een opdrachtgever heeft daarnaast de keus  om een maat volledig aansprakelijk te stellen, mits daaraan de opdracht is verleend. Overigens heeft de Hoge Raad bij arrest van 15 maart 2013 aangegeven dat, omdat een maatschap geen rechtspersoonlijkheid heeft, de individuele maten jegens de wederpartij persoonlijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de volledige nakoming van de overeenkomst die met de maatschap is gesloten. Bij deze aansprakelijkheid is dus in artikel 3.4 Wet IB met ‘rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen’ aangesloten. Als daarvan sprake is, is de maat of vennoot ondernemer voor de Wet IB als de onderneming voor zijn rekening wordt gedreven.

Met het Wetsvoorstel modernisering personenvennootschappen verdwijnt de maatschap en blijft de vennootschap voortbestaan. Deze krijgt rechtspersoonlijkheid. In het wetsvoorstel is verder opgenomen dat de inbreng en hetgeen ten behoeve van de vennootschap wordt verworven, behoort tot het vermogen van de vennootschap. In het wetsontwerp is verder opgenomen dat de vennoten naast de vennootschap hoofdelijk zijn verbonden voor verbintenissen daarvan jegens derden. Maar vennoten zijn aldus het wetsontwerp slechts aansprakelijk voor zover de wederpartij aannemelijk maakt dat de vennootschap niet aan de verbintenis zal voldoen. Er lijkt dus wat te veranderen ten aanzien van de rechtstreekse verbondenheid voor verbintenissen.

De fiscale vraag bij dit wetsvoorstel is dus of vennoten in de toekomst nog wel ‘ondernemer’ zijn als wordt getoetst aan artikel 3.4 Wet IB, met name aan ‘de rechtstreekse verbondenheid voor verbintenissen’. In de toelichting bij dit wetsvoorstel staat immers dat vennoten hoofdelijk verbonden zijn voor de schulden van de vennootschap, voor zover aannemelijk is dat de vennootschap de schuld niet zal voldoen. Hiermee lijkt het erop dat van rechtstreekse aansprakelijkheid geen sprake meer is. Als in de overeenkomst van vennootschap geen bepaling wordt opgenomen waaruit de rechtstreekse aansprakelijkheid duidelijk blijkt, is een vennoot voor de Wet IB wellicht geen ondernemer (meer). Er is dus een goede reden om de vof- of maatschapsakte toch ook op dit punt even te laten checken.

Bekijk alle artikelen van Huisvennen Advies B.V.

mr. Franc Beekmans

13-08-2019

Maatschap, vof- & bv-structuren

De laatste blogs via de mail ontvangen? Schrijf u hieronder in.