De echte tevredenheid is iets actief zoals de landbouw. Het is de capaciteit alles uit een bepaalde situatie te halen wat er in zit. (Gilbert Keith Chesterton 1874 -1936)

Verschil in fiscale gevolgen van opkoopregelingen voor de varkenshouderij en de veehouderij

Opkoopregelingen in de landbouw

Maatschappelijk staat de schijnwerper op de veehouderij. Dit kwam niet alleen voort uit de in het oog springende boerenprotesten met tractoren op de weg. Al eerder werd gekeken naar de sanering van de varkenshouderij. Dit leidde tot de subsidieregeling sanering varkenshouderijen (zie blog 15 oktober 2019). Deze saneringsregeling maakt het varkenshouders die hiervan gebruik maken, onmogelijk om nog in die sector zelfstandig aan de slag te gaan. Daarnaast is er in het kader van de stikstofproblematiek € 350 miljoen beschikbaar vanuit het Rijk voor de gerichte opkoop van veehouderijen, voor boeren die dat zelf willen en als onderdeel van natuurbescherming. Met deze regelingen wordt er door de overheid een inzet gepleegd om de veehouderij in te krimpen.

Fiscale gevolgen van subsidieregeling sanering varkenshouderijen

In de toelichting bij de subsidieregeling sanering varkenshouderij is op bladzijde 26 opgenomen dat de subsidie die een varkenshouder ontvangt behoort tot de winst. De onderhavige subsidie kan worden toegerekend aan het geheel of gedeeltelijk vervallen van het varkensrecht en het verlies van de waarde van de voor het houden van varkens gebruikte productiecapaciteit (dierenverblijven, voeren mestsilo’s, mestkelders). De varkenshouderijlocatie wordt gesloten en de opbrengst van de hiervoor genoemde bedrijfsmiddelen kan in principe in een herinvesteringsreserve worden opgenomen. Toepassing van de herinvesteringsreserve leidt ertoe dat de winst die is ontstaan bij vervreemding van een bedrijfsmiddel, onder voorwaarden wordt afgeboekt op de aanschaffings- of voortbrengingskosten van een vervangend bedrijfsmiddel. De hoofdregel is dat herinvesteringsreserves die voortkomen uit het verlies of  vervreemding van bedrijfsmiddelen waarop niet of in meer dan tien jaar wordt afgeschreven, geïnvesteerd  moeten worden in vervangende bedrijfsmiddel(en) eenzelfde economisch functie in de onderneming.

Van deze hoofdregel wordt afgeweken in artikel 3.54, negende lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001  indien de herinvesteringsreserve is ontstaan bij de vervreemding van een bedrijfsmiddel als gevolg van overheidsingrijpen. Als daarvan sprake is, mag de herinvesteringsreserve in beginsel voor ieder soort investering worden gebruikt. Op bladzijde 26 van de toelichting staat dat de subsidieregeling sanering varkensbedrijven als een overheidsingrijpen mag worden aangemerkt voor de toepassing van de herinvesteringsreserve. Dit betekent dat een varkenshouder de verkregen subsidie mag reserveren in een zogenaamde verruimde vervangingsreserve. Vervolgens kan deze dus in beginsel op iedere willekeurige investering voor zijn onderneming worden afboekt.

Fiscale gevolgen in het kader van de gerichte opkoop veehouderijen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit schrijft in haar brief  van 10 juni aan de Tweede Kamer dat iedere veehouder die belastingplichtig is en die de onderneming eindigt in beginsel belasting verschuldigd is over de zogenoemde stille reserves (het verschil tussen de waarde in het economische verkeer of verkoopprijs van vermogensbestanddelen en de fiscale boekwaarde daarvan) en over de aanwezige fiscale reserves (kostenegalisatiereserve, herinvesteringsreserve en oudedagsreserve). Over het totaalbedrag wordt als stakingswinst inkomstenbelasting geheven. De minister schrijft dat het aan de individuele veehouders is om met in achtneming van fiscale aspecten al dan niet over te gaan tot bedrijfsbeëindiging in het kader van de gerichte opkoop.

Vervolgens vermeld haar brief dat de fiscale wet- en regelgeving voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen en winst uit onderneming genieten, een aantal fiscale faciliteiten kent om de fiscale gevolgen van bedrijfsbeëindiging in te perken. Daarvan kan ook in het geval van opkoop gebruik worden gemaakt. Daarvan meldt de minister van LNV de fiscaal gefaciliteerde oudedagsvoorziening, de stakingslijfrente maar ook de landbouwvrijstelling voor zover het de agrarische percelen en ondergrond betreft. De minister van LNV merkt in deze brief de gerichte opkoop veehouderijen niet aan als een overheidsingrijpen, zoals dit wel gebeurde in de toelichting bij de subsidieregeling sanering varkenshouderij.

Blijkbaar is het niet de bedoeling dat de veehouder die in aanmerking wil komen voor de gerichte opkoop van veehouderijen gebruik gaat maken van de verruimde herinvesteringsreserve van artikel 3.54, negende lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals een varkenshouder dat wel kan!

Verschil in fiscale behandeling!

Onduidelijk is waarom voor dit verschil in fiscale behandeling gekozen is. Het had voor de hand gelegen dat voor beide tegemoetkomingen eenzelfde fiscale behandeling was gekozen. Wat betreft de stikstofproblematiek is een welslagen van de gerichte opkoop van veehouderijen maatschappelijk wenselijk. Extra fiscale faciliteiten en dus ook de verruimde herinvesteringsreserve kunnen daaraan bijdragen.

 

Bekijk alle artikelen van Huisvennen Advies B.V.

mr. Franc Beekmans

12-08-2020

Agrarische vraagstukken

De laatste blogs via de mail ontvangen? Schrijf u hieronder in.