De echte tevredenheid is iets actief zoals de landbouw. Het is de capaciteit alles uit een bepaalde situatie te halen wat er in zit. (Gilbert Keith Chesterton 1874 -1936)
Het rapport van de Commissie Remkes ‘Niet alles kan’ zet stevig in op de reductie van de stikstofuitstoot. Dat heeft gevolgen voor de veehouderij. De daarin gepresenteerde voorstellen staan in een positief contrast ten opzichte van de populistische stellingname dat de helft van de veestapel moet verdwijnen. Commissie Remkes stelt duidelijk de natuur voorop. Daaraan wordt meteen de opdracht aan de overheid verbonden om ten aanzien van de veeteeltsector maatregelen te nemen. Er wordt voorgesteld om intensieve veehouderijbedrijven die in de buurt van gevoelige natuurgebieden zijn gevestigd, op te kopen. Een ander voorstel is om veebedrijven met sterk verouderde stalsystemen met een grote stikstofemissie uit te kopen.
Wat betreft de uitkoop van bedrijven is de vraag hoe daaraan op korte termijn opvolging wordt gegeven. Op Prinsjesdag en bij de Algemene Politieke Beschouwingen van de kabinetsplannen voor 2020 deed het kabinet voorkomen dat er voor van alles financiële ruimte is. Het uitkopen van in principe gezonde en levensvatbare bedrijven vraagt passende tegemoetkomingen. Daar is veel geld mee gemoeid, aldus Commissie Remkes.
Het ligt voor de hand dat veehouders die wellicht met zo’n uitkoop te maken gaan krijgen, zich zorgen maken over de hoogte van die financiële tegemoetkoming. Ook zullen er zorgen zijn over de fiscale behandeling van zo’n uitkoopsom. Veehouders die worden uitgekocht, kunnen daarvoor wellicht gebruik maken van een al bestaande fiscale faciliteit. Deze staat in het fiscale jargon bekend als de verruimde vervangingsreserve. Daarvoor dient de veehouder wel een doorstart te maken en/of over te gaan tot herinvestering. Bij het benutten van deze verruimde vervangingsreserve vanwege de stikstofmaatregelen zou ook de Belastingdienst welwillend en met een ruimhartig beleid deze agrarische ondernemers tegemoet moet treden.
Er zullen veehouders zijn die na volledige uitkoop op een locatie, graag opnieuw willen starten op een andere locatie. Voor hen is dus in de Wet op de inkomstenbelasting 2001 artikel 3.54, lid 9 voorzien. Daarin staat dat in geval van een vervreemding als gevolg van overheidsingrijpen met betrekking tot bedrijfsmiddelen waarop niet of in meer dan tien jaar pleegt te worden afgeschreven, de daarbij gevormde herinvesteringsreserve ook mag worden gebruikt voor bedrijfsmiddelen met een andere bedrijfseconomische functie. Vervolgens staat in lid 12 dat voor de toepassing van artikel 3.54 onder overheidsingrijpen wordt verstaan:
Het valt niet uit te sluiten dat de voorstellen van de Commissie Remkes met wat goede wil en creativiteit van het kabinet onder a. of b. te rubriceren zijn. Als daarop wordt aangestuurd met de concrete invulling van de uiteindelijke stikstofmaatregelen, worden veehouders ook op fiscaal vlak tegemoet gekomen. Wellicht dat de beoogde maatregelen om de stikstofemissie te reduceren dan sneller in het voordeel van de natuur gerealiseerd kunnen worden.