We winnen rechtvaardigheid het snelst door het geven van rechtvaardigheid aan de andere partij. (Mahatma Ghandi 1869 -1948)

Nalatenschap en leaseverplichtingen

Indien als gevolg van overlijden een onderneming wordt nagelaten, dienen de erfgenamen extra zorgvuldig af te wegen of zij de erfenis wel willen aanvaarden en zo ja, op welke wijze zij dat willen doen. Een bedrijf bestaat vanzelfsprekend uit bezittingen en schulden. Bij het middelbare school boekhouden leerden wij dat de bezittingen minus de schulden het eigen vermogen aangeven. Echter deze eenvoudige rekensom schiet in de meeste gevallen tekort. Hierbij wordt immers geen rekening gehouden met rechten en verplichtingen, die niet op de balans zijn opgenomen.

Een eenvoudig voorbeeld van de rechten zijn bijvoorbeeld melkveefosfaatrechten die veel melkveehouders gekregen hebben maar die, omdat daarvan wellicht een boekwaarde ontbreekt, niet op de bedrijfsbalans staan. Een voorbeeld van de bedoelde verplichtingen zijn regelmatig de verplichtingen uit financial leasecontracten of huurkoopcontracten, als het gaat om een jaarrekening van een eenmanszaak. Dergelijke verplichtingen leiden soms gedurende een aantal jaren tot maandelijks betalingen vanwege de eerdere investeringen. Die investering staat dan wel voor de nieuwwaarde minus de afschrijvingen op de balans. Daartegenover staat dus niet altijd een duidelijke schuld.

De reden om niet alle verplichtingen op de bedrijfsbalans op te nemen, komt vaak voort uit de keus voor een eenvoudig systeem van boekhouden. Er kan ook een ander meer bedenkelijk motief een rol spelen. Door namelijk alle verplichtingen uit lease, huur en/of huurkoop etc. op de balans te zetten, verandert de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. De zogenaamde solvabiliteitsratio geeft dan een negatiever beeld van de onderneming. Daarop letten met name financiële instellingen bij de beoordeling van ondernemingen. 

Om de waarde en het bedrijfsrisico van een onderneming in beeld te krijgen, zou een oplossing zijn als erfgenamen eerst het nagelaten bedrijf zouden mogen inventariseren en laten taxeren. In artikel 4.192, lid 1 Burgerlijk Wetboek staat echter dat een erfgenaam de nalatenschap zuiver aanvaardt wanneer hij zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt. Dit blijkt dan uit het gegeven dat hij overeenkomsten aangaat strekkende tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt. Of het inventariseren en taxeren hieronder valt, is niet duidelijk. Daaraan zit dus een risico dat bij een nalatenschap met een negatief vermogen, de erfgenamen dan toch moeten opdraaien voor de schulden.

Men zou kunnen denken dat wat betreft leasecontracten en dergelijke deze problematiek sinds 1 januari 2019 opgelost is door de International Financial Reporting Standards (IFRS). Organisaties die rapporteren volgens de IFRS moeten per 1 januari 2019 alle leasecontracten in de balans verwerken. Dat geldt ook voor huurcontracten. De IFRS gelden echter alleen voor (beursgenoteerde) bedrijven die boekhouden volgens de IFRS regels. Voor het midden- en kleinbedrijf is de toepassing van de IFRS niet verplicht. Deze aanpassing levert het merendeel van de erfgenamen geen zekerheid. 

Vanwege de mogelijke bedrijfsrisico’s die verband houden met niet uit de balans blijkende verplichtingen, blijft het raadzaam om nalatenschappen waarvan een onderneming deel uitmaakt, onder boedelbeschrijving of wel beneficiair te aanvaarden. Dat betekent wel dat daarna de zogenaamde vereffeningsprocedure gevolgd moet worden. Blijkt dan dat de boedel toch negatief is, dan zijn de erfgenamen alleen aansprakelijk voor zover er baten in de nalatenschap aanwezig zijn.

Bekijk alle artikelen van Huisvennen Advies B.V.

mr. Franc Beekmans

10-01-2019

Schenking & erfenis (gefacilieerde) bedrijfsoverdrachten

De laatste blogs via de mail ontvangen? Schrijf u hieronder in.