Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek en vennootschap onder firma

Investeringsaftrek, een financieel voordeel

De Nederlandse overheid ondersteunt ondernemers op verschillende manieren bij investeringen. Daarvoor zijn onder andere drie regelingen voorzien die bij de berekening van de verschuldigde belasting zogenaamde investeringsaftrek toelaten. Dit zijn de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek(EIA) en de milieu-investeringaftrek(MIA). Daarnaast is er nog de zogenaamde Vamil-regeling. Met deze laatste regeling wordt het vervroegd (of beter gezegd willekeurig) afschrijven op milieu-investeringen mogelijk gemaakt. Deze regelingen zijn bedoeld om ondernemers een financieel voordeel te geven. Investeringsaftrek leidt immers tot een verlaging van te betalen belastingen. Om daarvoor in aanmerking te komen, moeten de voor iedere regeling geldende voorwaarden wel zorgvuldig worden opgevolgd. Niet alle investeringen komen namelijk in aanmerking voor de KIA, EIA, MIA of Vamil. Verder zijn er per regeling eisen gesteld aan de manier en het moment waarop een aanvraag moet worden ingediend. Het niet voldoen aan deze eisen kan ertoe leiden dat er geen investeringsaftrek kan worden toegepast. Dan mist men het beoogde financiële voordeel.

Kleinschaligheidsaftrek

Om gebruik te kunnen maken van de KIA moet sprake zijn van een investering. Het moet dan gaan om de aankoop, de verbetering van een bedrijfsmiddel of het maken van voortbrengingskosten voor een bedrijfsmiddel. Daarvoor moet een verplichting zijn aangegaan die leidt tot een betalingsverplichting. Het moment waarop het bedrijfsmiddel in gebruik wordt genomen, is in beginsel bepalend voor het jaar waarin de investeringsaftrek in aanmerking mag worden genomen. Hiervan kan worden afgeweken voor zover er al voor de investering betaald is terwijl deze nog niet wordt gebruikt. Van de KIA kan uiteraard geen gebruik worden gemaakt ten aanzien van bedrijfsmiddelen die daarvoor zijn uitgesloten.

De hoogte van het aftrekbare bedrag wordt bepaald door de totale optelsom van alle investeringen in het betreffende boekjaar. Hiervoor geldt in 2020 de navolgende tabel.

KIA en vennootschap onder firma (vof)

Als een onderneming wordt uitgeoefend in een vof (dit geldt ook voor een maatschap) wordt de KIA anders benaderd. De omvang van de KIA wordt dan berekend aan de hand van de totale som van investeringen van de vof. Bij een vof wordt de investeringsaftrek dus niet aan de vennoten afzonderlijk toegerekend. Vervolgens krijgt iedere vennoot een deel van de berekende KIA en dat meestal in verhouding tot ieders aandeel in de overwinst. Een andere verdeling mag worden toegepast, mits wordt voldaan aan enkele voorwaarden.

In geval gedurende een jaar meerdere investeringen voor de onderneming van de vof moeten plaatsvinden, kan overwogen worden dat deze door iedere vennoot persoonlijk worden verricht. De vennoot die de investering voor rekening en risico van zijn (privé)onderneming neemt, heeft dan zelf de KIA en niet de vof of de medevennoten. Dan dient de investering vervolgens wel door middel van gebruik en genot ter beschikking te worden gesteld aan de vof. Door op deze manier de verschillende investeringen goed afgewogen over de verschillende vennoten te verdelen, wordt de kans vergroot dat de toepassing van de KIA meer voordeel oplevert. Immers het investeringsbedrag per (privé)onderneming wordt kleiner. Daarmee stijgt dan volgens de tabel wellicht de hoogte van de investeringsaftrek. Of dat bereikt kan worden, is een kwestie van het toekomstgericht plannen van de investeringen en goed rekenen. Op die manier geeft investeren voor een vof nog meer financieel voordeel als gevolg van de belastingbesparing die ermee wordt bereikt.

Bekijk alle artikelen van Huisvennen Advies B.V.