Samenkomen is een begin; bij elkaar blijven is vooruitgang; samen te werken is succes. (Henry Ford 1863 - 1947)
De wettekst
In de Wet op de omzetbelasting 1968 is in artikel 7, lid 4 de fiscale eenheid voorzien. Daarin staat dat natuurlijke personen en lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, die op grond van het bepaalde in dit artikel ondernemer zijn en die in Nederland wonen of zijn gevestigd dan wel aldaar een vaste inrichting hebben en die in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig zijn verweven, dat zij een eenheid vormen, al dan niet op verzoek van één of meer van deze natuurlijke personen of lichamen, bij voor bezwaar vatbare beschikking van de inspecteur als één ondernemer worden aangemerkt en wel met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de inspecteur die beschikking heeft afgegeven. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter zake van de vorming, wijziging en beëindiging van de fiscale eenheid. De voorgaande tekst komt rechtstreeks uit de wet. Deze verdient zondermeer de aandacht van de Taalbrigade die recent voor ons ambtelijke apparaat is ingesteld. Die brigade moet ambtelijk taalgebruik begrijpelijk maken, maar dit terzijde. Een kort en bondige samenvatting van deze wettekst is mogelijk. Er is sprake van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting(BTW) als ondernemingen in financieel, organisatorisch en economisch opzicht met elkaar verweven zijn. Het moet wel gaan om zelfstandige ondernemingen die in Nederland gevestigd zijn.
Fiscale eenheid BTW geen keuze recht
Uit de wettekst vloeit voort dat voor een fiscale eenheid BTW niet gekozen kan worden. Als aan de wettelijke eisen voldaan is, is sprake van een fiscale eenheid BTW. Een fiscale eenheid BTW kan alleen worden voorkomen door niet aan alle voorwaarden te voldoen. Als er aan één van de voorwaarden niet is voldaan, is er geen sprake van een fiscale eenheid BTW. Het zijn van fiscale eenheid voor de omzetbelasting heeft een enkele belangrijke gevolgen.
BTW als eenheid betalen
Het belangrijkste gevolg van de fiscale eenheid BTW is dat namens alle ondernemingen die daarvan deel uitmaken één aangifte omzetbelasting wordt gedaan. De ondernemingen die deel uitmaken van de fiscale eenheid, mogen dus niet zelfstandig aangifte omzetbelasting doen. Zij dienen dat als fiscale eenheid te doen. Over leveringen van goederen en diensten tussen de ondernemingen betaalt de fiscale eenheid geen omzetbelasting.
Beschikking en hoofdelijke aansprakelijkheid
Een ander belangrijk gevolg van de fiscale eenheid BTW is dat alle ondernemingen die onderdeel uitmaken van de fiscale eenheid hoofdelijk aansprakelijk kunnen zijn voor de BTW’‘schulden van de fiscale eenheid. In artikel 43 Invorderingswet is namelijk bepaald dat ‘natuurlijke personen en lichamen (‘¦), die ingevolge Artikel 7, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting zijn aangemerkt als één ondernemer, hoofdelijke aansprakelijk zijn voor de omzetbelasting die verschuldigd is door deze ondernemer, dan wel (‘¦) door deze personen en lichamen. Deze hoofdelijk aansprakelijk gaat in vanaf het tijdstip waarop die ondernemingen bij beschikking als één ondernemer zijn aangemerkt. Aangenomen wordt dat er geen sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid indien er geen beschikking is afgegeven door de Belastingdienst. Deze beschikking kan overigens met terugwerkende kracht worden afgegeven.