Alleen is beter dan met slechte mensen samen, met goede mensen samen is beter dan alleen. (Friedrich Rückert 1788 -1866)

De waarde van een agrarisch bedrijf bij echtscheiding

In de jurisprudentie zijn veel uitspraken te vinden met betrekking tot echtscheiding en agrarische bedrijven die behoorden tot een huwelijksgoederengemeenschap. Afhankelijk van de omstandigheden zijn daarin allerlei aspecten van toedeling aan de orde gekomen. In verschillende uitspraken ging het onder andere om toedeling van het bedrijf, de levensvatbaarheid van het agrarische bedrijf, de waardering van agrarische bedrijven etc. Het feit dat in een enkele situaties is doorgeprocedeerd tot aan de Hoge Raad geeft aan dat het zo nu en dan gaat om complexe materie.

met betrekking tot de toedeling van landbouwbedrijven die tot de huwelijksgemeenschap behoorden, is in de rechtspraak wel overwogen dat een landbouwbedrijf op zich geen goed is dat als zodanig aan één van de partijen kan worden toegedeeld. Wel kunnen de activa behorende tot het landbouwbedrijf worden toegedeeld en ook kan worden bepaald dat de schulden die behoren tot het landbouwbedrijf moeten worden gedragen door die partij aan wie het landbouwbedrijf wordt toebedeeld. De activa van het landbouwbedrijf vallen immers in deze huwelijksgemeenschap en de passiva zijn op de te verdelen gemeenschap verhaalbaar.

Wat betreft de waarde waarvoor een landbouwbedrijf in dergelijke situaties in de verdeling moet worden betrokken, zijn er meerdere aspecten die relevant zijn. Als eerste is van belang of het landbouwbedrijf levensvatbaar is en of het duurzaam op dezelfde locatie kan worden voortgezet. Als de locatie waar het agrarische bedrijf is gevestigd, binnen afzienbare tijd anders wordt bestemd waardoor het bedrijf moet verplaatsen of moet worden gestaakt, heeft dit invloed op de waarde. De waarde wordt eveneens beïnvloed bij met name kleinere agrarische bedrijven die niet rendabel te exploiteren zijn en om die reden eigenlijk niet levensvatbaar zijn. Daarbij kan de leeftijd van de ondernemer zodanig zijn dat van hem of haar dan kan worden verlangd dat de exploitatie wordt gestaakt. Dan is het volgens jurisprudentie redelijk en billijk dat wordt overgegaan tot verkoop van de activa onder verdeling van de opbrengst daarvan. In die situaties moet dus ten aanzien van de waardering van een landbouwbedrijf uitgegaan worden van de waarde in het vrije economische verkeer.

Bij de toedeling en waardering van een landbouwbedrijf wordt overigens de onderlinge verhouding tussen de deelgenoten als ex-echtgenoten beheerst door de redelijkheid en billijkheid. Wat redelijk en billijk is, is uiteraard afhankelijk van alle feiten en omstandigheden van het concrete geval. Bij de waardering van boedelbestanddelen is die rechtssfeer mede bepalend voor de waarde waarvoor een goed in de verdeling wordt betrokken. Bij de waardering van een landbouwbedrijf kan onder omstandigheden gekozen worden voor een zodanig prijs dat een lonende exploitatie nog juist tot de mogelijkheden behoort. Dit kan ertoe leiden dat het agrarische bedrijf in de verdeling moet worden betrokken voor de agrarische waarde of de going concernwaarde. Als extra toets kan daarbij nog worden meegenomen of bij die waarde de toedeling financierbaar is. Als daarvan geen sprake blijkt te zijn, is de hiervoor bedoelde levensvatbaarheid wellicht weer in het geding. Kortom, een reeks van feitelijke omstandigheden maken de waardebepaling van agrarische bedrijven in geval van echtscheiding niet eenvoudig en daarmee tot echt specialistenwerk, let daar op!

Bekijk alle artikelen van Huisvennen Advies B.V.

mr. Franc Beekmans

07-02-2019

Samenlevingsvormen & echtscheiding Agrarische vraagstukken

De laatste blogs via de mail ontvangen? Schrijf u hieronder in.